Voor al die wandelaars die nog steeds wakker liggen van de oplossing van de quiz hebben we de antwoorden onder elkaar gezet. Kunt u weer rustig slapen!
(De rode zijn de juiste antwoorden.)
Vraag 1
Hoe heet het fruitige kereltje uit de Betuwe?
A: Ollie B. Bommel
B: Flipje
C: Kuifje
Vraag 2
In de uiterwaarden graaft de mol graag zijn gangen. Hoe snel graaft hij deze?
A: 0,5 km/u
B: 1 km/u
C: 3 km/u
Vraag 3
Het lied ‘Land van Maas en Waal’ is één der bekendste Nederlandse muzieknummers. Wie schreef de tekst van dit lied?
A: Boudewijn de Groot
B: Lennaert Nijgh
C: Rob de Nijs
Vraag 4
Wat is de functie van de uiterwaarden?
A: In de winter wordt het land onder water gezet en als ijsbaan gebruikt.
B: In de zomer dient het als nudistenstrand
C: Het is een tijdelijke wateropvang bij een hoge rivierstand.
Vraag 5
De opbrengst van deze wandeling gaat naar de organisatie Matunda. Wat is de Nederlandse betekenis van dit Swahili woord?
A: Toekomst
B: Fruit
C: Horizon
Vraag 6
De Waal is de grootste arm van:
A: De Rijn
B: De Nederrijn
C: De Oude Rijn
Vraag 7
Het kasteel Waardenburg welke u zojuist gepasseerd heeft werd in de 80 jarige oorlog door de troepen van Willem van Oranje bezet. Welke belasting ontstond er in deze oorlog?
A: Overdrachtsbelasting
B: Accijnsbelasting
C: Hondenbelasting
De overdrachtsbelasting is ontstaan in de tijd van de Spaanse overheersing van Nederland. Alva had eerder de Tiende Penning ingevoerd (een belasting naar het tarief van 10%) over verkopen van roerende objecten. Er werd toen een belasting naar een tarief van 5% (‘de twintigste penning’) geheven over de verkoopprijzen van objecten. Het ging dan met name om verkopen van de grote grondposities die toen in handen van de adel waren. Met de belastingopbrengst kon de overheid toen de kosten van een landleger betalen, dat de grondeigenaren en pachters (‘horigen’) moest beschermen tegen plundering door vijandige troepen. Hoewel Nederland reeds lange tijd niet meer in oorlog met Spanje is, bleek deze belasting voor de overheid een welkome aanvulling van de schatkist.
Vraag 8
Hoe spant een spin haar draad tussen 2 bomen die een stukje uit elkaar staan?
A: Hij loopt via de grond met de draad van de ene naar de andere boom en trekt de draad strak
B: Hij schommelt aan de draad naar de andere boom
C: Hij wacht op een windvlaag en laat de draad vastwaaien aan de andere boom
De wind zorgt ervoor dat de draad ergens blijft plakken. Wanneer een spin een web wil weven of wanneer hij zich wil verplaatsen, wacht hij op wind. Zodra hij wind voelt, spint hij gauw een draad. De draad wordt door de wind meegevoerd en plakt uiteindelijk ergens aan vast. Wanneer de spin merkt dat de draad vast zit, loopt hij naar de overkant. Waar de spin terechtkomt, of tussen welke objecten hij zijn web weeft, is dus puur toevallig en afhankelijk van de richting van de wind.
Vraag 9
Tijdens de wandeling moet u een wind laten maar de aanwezigheid van de andere wandelaar weerhoudt u daarvan. Wat gebeurt er met deze wind?
A: Hij verlaat het lichaam als een boer.
B: Hij komt er later via je poep en adem weer uit
C: Hij komt er later met meer kracht toch uit.
Je darmen lijken een beetje op een moeras. In een moeras zitten veel bacteriën die gas maken. Het gas stijgt op als bubbels en ontsnapt aan de oppervlakte. De bacteriën in je darmen maken ook gas, terwijl ze je eten verteren. Per dag maken de bacteriën wel zo’n 1 tot 1,5 liter gas. Bij mensen moet dat gas er ook uit. Meestal gebeurt dat via scheten.
Wat gebeurt er nu met een scheet die je niet laten kunt (omdat je in gezelschap bent bijvoorbeeld). Wordt het een boer? Nee, een boer is lucht die je inslikt of via frisdrank binnen krijgt. Denk maar eens aan de boertjes die je moet laten als je cola gedronken hebt. Komt hij er later met veel kracht toch uit? Nee, ook dat is niet het geval. Het gas komt gedeeltelijk in de poep die daardoor een beetje luchtig wordt. En het gas kan ook via je darmen in het bloed terechtkomen.
En wat gebeurt er als dat gas in je bloed komt? Dan adem je het even later gewoon uit. Wees daarom niet bang voor slechte adem, want dat gas stinkt dan niet meer. Wist je trouwens dat iedereen gemiddeld 8 tot 25 scheten per dag laat.
Vraag 10
Op de Waalbanddijk staat verhoogd een molen uit 1780. Wat gebeurt er met de wind achter de draaiende wieken van een windmolen?
A: De wind gaat zachter waaien
B: De wind gaat harder waaien
C: De windsnelheid blijft gelijk
Een windmolen haalt zijn elektriciteit en energie uit de wind. De wind duwt tegen de wieken en daardoor gaan ze draaien. De draaiende wieken laten op hun beurt weer een dynamo draaien. Een van de belangrijkste wetten in de natuurkunde is de ‘wet van behoud van energie’ die zegt dat energie nooit uit het niets kan ontstaan. Die energie moet ergens vandaan komen. De windenergie zit in de snelheid van de wind (in een orkaan zit dan ook meer energie dan in een briesje). Doordat de wind energie overdraagt op de wieken, zal de wind achter de wieken minder energie hebben dan ervoor. Dus zal het achter de wieken zachter waaien.